Onder de wipstok

In dit deel staan mijmeringen, belevenissen, ergernissen en verhalen van en over molen de Zwaluw. Geschreven door de molenaars.

Hoe word je molenaar

Deze vraag kan op meerdere manieren beantwoord worden. Voor meerdere beroepen/ambachten geldt dat deze vaak overgaan van vader op zoon. Ook een ander familielid of kennis in je omgeving kan je (beroeps)keuze bepalen. Voor mij persoonlijk is dat in geen enkel opzicht van toepassing geweest. Geen enkel familielid of kennis van mij had iets met molens. De keren dat ik persoonlijk in een molen was geweest voordat ik in Zeegse kwam wonen, zijn, bij wijze van spreken, op een hand te tellen. Feitelijk wist ik nauwelijks het verschil tussen een korenmolen en een poldermolen.  De oproep voor vrijwillig molenaar die Gerard Fredriks (zelf ook vrijwillig molenaar van De Zwaluw) in de Vriezer Post (in de herfst van 2013) deed mij besluiten contact te leggen met de molenaars van De Zwaluw in Oudemolen. De molen staat als het ware in mijn achtertuin. Ik hoefde alleen maar over de afrastering te stappen en was bijna bij de molen. Verder het gevoel dat ik op dat moment wat ruimer in mijn vrijetijdsjasje zat, heeft mij toen doen besluiten om mijn interesse te tonen.

De eerste kennismaking was met de molenaars Gerard Fredriks en Anne Hulst, beiden waren die keer op de molen aanwezig. Dat gesprek gaf mij het gevoel dat het best wel wat voor mij zou kunnen zijn  om wat meer van molens af te weten dan op dat moment het geval was. Na een aantal vrijblijvende bezoekjes en informatie-uitwisseling besloot ik om de opleiding tot vrijwillig molenaar te gaan volgen.


Op 24 januari 2014 heb ik mijn eerste praktijkles gehad op de instructiemolen Hazewind in Gieten waar instructeur/molenaar Nico van den Broek de scepter zwaait. Het grote verschil tussen molen De Zwaluw en molen Hazewind is dat de laatste een zogenaamde stellingmolen is. Dat betekent dat deze molen op een stenen onderbouw staat. Al met al een indrukwekkend gevaarte. In het begin ervaar je dat ook zo als je van de stelling naar beneden kijkt en vervolgens weer omhoog. Vanaf de begane grond tot aan de punt van de bovenste wiek is de hoogte een kleine 30 meter.


In principe ben ik wekelijks op vrijdagmiddag naar Gieten geweest om mijn praktijkuren te maken. Gaandeweg krijg je steeds meer ‘grip’ op de molen. Het is en blijft een indrukwekkend gebouw en werktuig waar je heel zorgvuldig mee moet omgaan. Het is tenslotte ook nog eens een Rijksmonument. In het begin ben je zelfs was huiverig  om de molen aan de gang te maken. Een van de meest elementaire dingen hierbij is dat je de wieken goed op de wind moet zetten. Het is dus van belang dat je goed de weerssituatie waarneemt en beoordeelt. Wat  er de komende uren gaat gebeuren met het weer is dus van cruciaal belang. Er zijn veel gezegden en spreuken afkomstig uit de molenwereld. Een ervan is: “De wind heeft vele gezichten, vergeet dus niet tijdig te zwichten”. Dat betekent in de praktijk dat de molenaar doorlopend de weersituatie goed in de gaten moet houden en daarnaar zal moeten handelen.

In de loop van 2014 ben ik ook enkele keren op pad geweest om een bezoek te brengen aan andere molens in Nederland om zo een algemene indruk te krijgen wat ons land op molengebied heeft te bieden. De bedoeling van deze bezoeken is om in grote lijnen de betreffende molen goed te bekijken en specifieke kenmerken in je op te nemen en,  als het kan, ze te onthouden. Er is namelijk geen molen gelijk. Hiermee bedoel ik dat er voor diverse functies meerdere systemen mogelijk zijn.  In grote lijnen is de constructie van de meeste molens wel eender, maar er zijn altijd wel zaken die per landstreek verschillen. Gaandeweg deze periode raakte ik steeds meer in de ban van de molens in het algemeen. Dat is eigenlijk ook wel een beetje nodig om de opleiding te voltooien. Het is, zoals iedereen vast wel weet niet altijd mooi weer in ons kikkerlandje. Het zijn van vrijwillig molenaar is echt een buiten activiteit. Je moet derhalve niet opzien tegen wat kou en een regenbui. Verder zijn meerdere werkzaamheden fysiek best pittig. Kortom, je moet er best wel wat voor overhebben en wat voor doen.  Gelukkig worden de winters volgens de deskundigen steeds milder en stijgt de gemiddelde jaartemperatuur op termijn. Wat wil een molenaar nog meer!!!!


In het voorjaar van 2015 vond mijn instructeur dat ik aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid voldoende kennis en vakmanschap in huis had om het toelatingsexamen te doen. Deze toets is ingesteld  om te voorkomen dat kandidaten te onvoorbereid aan het landelijk examen gaan meedoen.  Mijn toelatingsexamen heeft plaatsgevonden op de koren/oliemolen Woldzigt in Roderwolde.  Gedurende een aantal weken voor deze toets ga je naar de betreffende molen om die te leren kennen. Waar zit precies wat en hoe werkt het allemaal. Elke molen heeft toch weer zijn eigen specifieke bijzonderheden die je natuurlijk moet beheersen.  Het toelatingsexamen is een kopie van het landelijk examen, zowel praktisch als ook de theorie.  De duur van deze toets is ook anderhalf uur.  Mijn instructeur kreeg gelijk. Ik mocht door naar het landelijk examen waarvoor men direct wordt opgegeven. Het landelijk examen wordt 2x per jaar afgenomen. In het voor- en najaar. Een ieder heeft dus dan nog een half jaar om zijn kennis en vaardigheden bij te houden om goed voorbereid op het landelijk examen te verschijnen.  Het is dus niet zo dat je na het toelatingsexamen achterover kunt gaan leunen. Een half jaar is nog best lang en wanneer je dan nauwelijks je zaakjes bijhoudt, dan loop je het risico dat het op het landelijk examen alsnog mis gaat. Komt nog bij dat het theoretische gedeelte best omvangrijk is. Het toeval wil dat wanneer men niet meer zo heel piepjong is, je het risico loopt dat een deel van de lesstof wegzakt gedurende dat half jaar. Je moet dus nog echt wel bij de les blijven. Ik ben nog vergeten te vermelden dat de leerling molenaar elke 2 weken een theorieavond kan bijwonen, waar de lesstof over de molens en de basiskennis van de meteoreologie wordt behandeld.  Al met al zijn het heel wat investeringsuurtjes geweest.  Tussen de beide examens in ga je gewoon weer naar je eigen lesmolen, in mijn geval dus molen Hazewind in Gieten. De examenkandidaat krijgt ongeveer 6 tot 8 weken voor de datum van zijn landelijk examen bericht waar en wanneer zijn of haar examen wordt afgenomen. Op het moment dat de examendatum bekend is ga je naar je examenmolen toe om deze goed te leren kennen en ermee proef te draaien. De taak van deze molenaar is om zijn/haar molen ter beschikking te stellen aan de examenkandidaat. Onder zijn/haar leiding moet je dus alles aan de weet zien te komen over deze molen. Het is dus niet de bedoeling om alles nog eens  dunnetjes over te doen. In deze fase  wordt aangenomen dat de kandidaat klaar is voor zijn examen. Het is dus zaak om zelf deze nieuwe molen en zijn werking onder de knie te krijgen. Je mag derhalve zo vaak als je wilt naar deze molen toe. In mijn geval heb ik voor de examendatum meerdere keren draai-ervaring opgedaan op de korenmolen in Niebert. Deze molen is enigszins afwijkend van constructie, dat was best wel weer iets bijzonders. Verder vergelijkbaar met  mijn instructiemolen in Gieten. Ook een stellingmolen dus.

Op woensdag 7 oktober 2015  was het dan zover. Droog weer, lichtelijk heiig, weinig wind. Eigenlijk te weinig wind om fatsoenlijk te kunnen draaien.  Iedereen op tijd. Aan het eind van de morgen kon de examencommissie mij meedelen dat ik geslaagd was voor het examen voor vrijwillig molenaar. Dat klonk mij als muziek in  de oren. Mij is gebleken dat de examencommissieleden willen achterhalen wat de kandidaat kan en weet om als vrijwillig molenaar aan de slag te kunnen. Feitelijk hebben alle partijen er belang bij om het getuigschrift te kunnen uitreiken. Het moet uiteraard verantwoord zijn. Men zal zelf de opgedane kennis en vaardigheden  in de praktijk moeten uitbouwen. Een ervaren molenaar is men niet zo maar. Daar gaan vaak jaren overheen.

 
Op zaterdag, 19 maart 2016 heb ik mijn getuigschrift in ontvangst mogen nemen op de algemene ledenvergadering van de Vereniging de Hollandse Molen. Die vond plaats in Amersfoort. Op die dag werden alle geslaagde kandidaten van 2015 even in het zonnetje gezet. Het was een feestelijke bijeenkomst. Het molenaarsbestand bestaat uit een afspiegeling van onze maatschappij.
Een leraar, huisarts, metselaar, verkoper en huisvrouw  hebben kennelijk allemaal een tik van de molen gehad en  de opleiding gevolgd. De laatste jaren komen  steeds meer vrouwen het peloton versterken. Een mooie ontwikkeling.


Degene die dit stukje leest en ook wel eens de gedachte heeft  om wat met molens te doen,  dan adviseer ik om niet langer te wachten, maar de koe bij de hoorns te pakken. Kom langs, zie,  ervaar, ruik en voel wat het is en waartoe het kan leiden. Niet iedereen hoeft de opleiding te volgen. Het zijn van molengids of vrijwilliger in het algemeen is zeker een verruiming van je blik en ervaring, waar je mijns inziens zeer zeker geen spijt van zult hebben en veel plezier aan kunt beleven.

Schroom niet,  wees welkom.

Graag tot ziens.
 

Zeegse, 4 april 2016
Dirk Tijseling.

Een molenaar moet   zijn mannetje kunnen staan

Molens staan in het weekend van 13 en 14 mei in het zonnetje, want dan is het Nationale Molendag. Voor De Zwaluw in Oudemolen is het een extra feestje, want deze molen bestaat exact 180 jaar.
Majestueus draaien de wieken van De Zwaluw in Oudemolen in het rond. Molenaars Dirk Tijseling en Albert Kalk hebben voor het gesprek met de krant de molen in bedrijf gezet. Het is meteen te merken dat die draaiende wieken de aandacht trekken. Op deze dinsdagmorgen komen wandelaars en fietsers al op de molen af.
Tijseling en Kalk hopen dat het komend weekend ook een drukte van belang is tijdens Nationale Molendag. Omdat De Zwaluw dit jaar precies 180 jaar oud is, is het zaterdag helemaal feest. Het IVN komt uitleg geven over het prachtige natuurgebied dat De Zwaluw omringt, er zijn manifestaties van oude ambachten en andere activiteiten. Zondag is de molen ook open, maar doen de molenaars het wat rustiger aan.
De respectabele leeftijd is De Zwaluw niet aan te zien. Alles staat er piekfijn bij. Er is een schuurtje met een ruimte waar de molenaars even koffie met een stroopwafel kunnen gebruiken en zich kunnen opwarmen. ,,Tien jaar geleden was dat er allemaal nog niet’’, vertelt Kalk. ,,Toen gingen de molenaars in de winter wel eens met de camper hiernaartoe om er even op temperatuur te kunnen komen. Als molenaar ben je in weer en wind bezig.’’
Samen met Anne Hulst en Gerard Frederiks vormen Kalk en Tijseling het vrijwillige molenaarsteam van De Zwaluw. Hoewel binnen de molen bijna alles van hout is, geldt ook hier het gezegde ‘rust roest’. Dus laten de molenaars minstens één keer per week de molen draaien. ,,Dat is nog wel een klus’’, vertelt Kalk. ,,Je moet de molen laten kruien, dat wil zeggen dat die zich goed richt naar de wind. Daartoe kun je het bovenste deel van de kap laten draaien.’’ Bij De Zwaluw is dat allemaal nog handwerk, bij sommige molens kan dit ook elektrisch. ,,Duitse molens zijn vaak zelfkruiend, die draaien dus automatisch naar de wind.’’
Bij koud weer is dat kruien een beste klus. Alles verloopt dan stijf. Een molenaar moet fysiek wel zijn mannetje of haar vrouwtje kunnen staan. En er zijn meer klusjes die fysieke inspanning kosten: het schoonmaken en smeren van onderdelen met bijenwas of lijnzaadolie. ,,Je moet geen hoogtevrees hebben’’, weet Kalk. ,,Je moet wel eens ergens bovenop klimmen.’’ Dit alles betekent niet dat het molenaarschap puur een mannenaangelegenheid is, benadrukken Tijseling en Kalk. ,,Vrouwen kunnen het ook heel goed, vaak ook ben je met zijn tweeën.’’ Wel zijn mannelijke molenaars nog in de meerderheid.
De Zwaluw ontvangt graag bezoek. Gemiddeld komen er op een zaterdag toch gauw zo’n vijftig mensen kijken, bij mooi weer zijn het er uiteraard wat meer dan bij slecht weer. De molenaar geeft dan uitleg. ,,We zijn op zaterdag open, maar je kunt ook op afspraak bij ons langs komen’’, vertelt Tijseling.
Hij woont zelf vlak bij de molen. Toen hij een jaar of 60 was, begon het te kriebelen. ‘Ik moet toch gaan meehelpen om het voortbestaan te waarborgen’, dacht hij en begon met de molenaarsopleiding. Kalk had op jonge leeftijd al wat meer belangstelling voor molens. ,,Ik ben in Noord-Groningen opgegroeid, vlak onder het wad. Mijn vader had een timmerbedrijf. Zodoende heb ik wel belangstelling gekregen voor de manier waarop molens zijn gebouwd. Toen ik na mijn pensioen meer tijd kreeg, ben ik molenaar geworden.’’
Zo’n opleiding tot molenaar duurt drie jaar. Voor het grote onderhoud aan de molens zijn gespecialiseerde bedrijven, maar als er ergens een lik verf nodig is, doen de molenaars dat zelf. Ze hebben hun handen dus vol aan hun vrijwilligerswerk, maar ze krijgen er ook veel voldoening en gezelligheid voor terug. ,,Het is natuurlijk ook een stukje geschiedenis’’, vertelt Kalk. ,,De molen is zo belangrijk geweest voor Nederland. Bijna iedereen had vroeger wel een lapje grond waar hij wat graan op verbouwde. Je had de molenaar nodig om dat te malen. Zo had de molenaar veel invloed in elk dorp.’’
Het leidde vanzelfsprekend ook wel eens tot misbruik van die positie. Onder de Franse keizer Napoleon, aan het begin van de negentiende eeuw, veranderde dat. ,,Hij stelde regels in, zorgde voor enig toezicht op de molenaars en voerde een belasting in.’’ Met de komst van machines verloren de molenaars hun positie. De regels zijn nu zo ver aangescherpt, dat het pannenkoekenmeel dat in De Zwaluw te koop is, niet in de molen zelf is gemalen. ,,In een molen mag je geen voedsel voor menselijke consumptie verwerken’’, zegt Tijseling. ,,Wij krijgen hier nog wel eens een hobbyboer, die haver voor de paarden laat malen.’’
De moderne molenaar is dus niet meer een centrale figuur in het dorp, maar is wel onmisbaar om het culturele erfgoed te behouden. Kalk en Tijseling hopen dat de Molendag mensen inspireert om actief te worden voor een molen. ,,Je hoeft niet meteen een molenaarsopleiding te doen’’, stelt Tijseling. ,,Gewoon meehelpen met klussen is ook goed.’’

Hilbrand Polman DvhN mei 2017

Helaas geen wind

Het weer van deze dag maakt de molenaar brodeloos. Geen zuchtje wind gevoeld.
Het is de eerste vorstdag in december. De wereld om ons heen kleurt wit. De velden zijn mooi berijpt. Boven ons hangt een zware wolkendeken. Het is koud. Mijn tenen tintelen. Misschien toch te dunne sokken aangetrokken.
De fietstocht vanaf Rolde naar Oudemolen is prachtig. Ik fiets over het Balloërveld en achter Taarlo langs naar de molen.
In alle vroegte laten zich maar weinig mensen zien. Een paar hardlopers en een mountainbiker zijn , samen met mij, de enigen die deze witte wereld hebben betreden.
Aangekomen bij de molen loop ik een rondje om de molen heen. Misschien vang ik toch ergens uit een hoekje wat wind op. Helaas!
De vlag hangt er troosteloos bij. Het ziet er naar uit dat ik vandaag niet hoef te kruien. Toch maak ik alles gereed om te kunnen kruien. Je weet maar nooit.
Het gevlucht staat op het westen, de hoek waar afgelopen donderdag de wind vandaan kwam. Vanuit de kap, via het luik in het achterkeuvelens, heb ik een mooi uitzicht over de heide en de grafheuvels ten NO van de molen. Een paar reeën zoeken bij de grafheuvels naar voedsel. Ze wanen zich onbespied. Er hangt nog een serene rust over dit gebied.
Vanuit het Noorden klaart het langzaam op. De lucht breekt open.
Rondom de molen ligt de grond bezaait met braakballetjes. Wanneer de molen onbeheerd is, huist er een valkje bovenop de rietplank. Het gebied zal voedselrijk zijn, getuige de vele braakballen. Ik raap ze allemaal op. Het is leuk werk om ze uit te pluizen. Je kunt op deze manier zien wat er voor de valk op het menu heeft gestaan.
Nu de ochtend vordert zie je, vanuit het Noorden, de lucht steeds verder openbreken. Niet lang daarna dreigt de zon door de bewolking heen te komen. De spaarzame zonnestralen kleuren de hemel ietwat rood.
De wolkeloze lucht rukt snel op. De zon gaat uitbundiger schijnen. Als je je gezicht naar zon toekeert, voel je de warmte. Heerlijk is dat.
De witte wereld maakt langzaam plaats voor een ontdooide wereld. De zon verjaagt nu in rap tempo de bewolking. Rond het middaguur is de bewolking grotendeels verdwenen. Alleen in de zuidhoek zijn nog wat wolkjes.
De wind? Wat doet de wind? De wind streelt zacht langs de wimpel, welke aan het achterkeuvelens hangt. Het mag geen naam hebben. Zelfs een dagelijkse gang zal er niet inzitten.
Op de digitale snelweg roert een collega molenaar uit Gieten zich. Hij is optimistisch als de wind zijn vlag streelt. Hij kruit het gevlucht naar de wind toe en zet alle enden in de volle zeilen. Hij wel!
In Oudemolen wil de vlag zich maar niet oprichten. Ik zal mij neer moeten leggen bij het feit dat er vandaag geen wind is. Helaas!

Fred

3 dec. 2016

Molenaars uitje naar Leiden

De molenaars hadden op 3 september j.l. hun jaarlijkse teambuildings uitje. Dit jaar zijn we naar Leiden geweest. Leiden heeft negen molens binnen de gemeente grenzen. Wij zijn op drie zeer interssante molens geweest. Het ontvangst op al die molens was allerhartelijkst. Op de diashow kun je zien op welke molens we geweest zijn.

De Heesterboom
De Heesterboom
De Put
De Put
De Valk
De Valk
Maredijkmolenaar
Maredijkmolenaar
Maredijkmolen in vol ornaat
Maredijkmolen in vol ornaat

Molen "de Zwaluw" in de rouwstand

Rouwstand

Molen "de Zwaluw" heeft de laatste week van juli in de rouwstand gestaan. Buurvrouw Geertien Oosting-Greving overleed op 24 juli, plotseling, aan een hartstilstand. Geertien was de dochter van Jannes en nicht van Egbert Greving. De beide broers Greving waren molenaar/eigenaar van 1954 tot aan de verkoop van de molen aan de toenmalige Gemeente Vries in 1981. Als mulders dochter was Geertien tot de laatste dag erg begaan met het wel en wee van de molen. Ze hield nauwlettend de verrichtingen van de molenaars in de gaten. Als het om de geschiedenis van de molen ging, fungeerde ze als vraagbaak voor ons. Ze had ook een sleutel van de molen. Dat was erg gemakkelijk. Als er overdag een groep mensen de molen wilde bezichtigen, dan was dat geen probleem voor haar. Ze draaide haar hand niet om voor een rondleiding door de molen. In de winter bracht ze ook wel eens een pannetje snert bij de molenaars. Waren er bijzondere gebeurtenissen bij de molen, dan stond ze met de fotocamera in de aanslag. Aan dit alles is abrupt een eind gekomen. De molen kon zich geen betere buurvrouw wensen.

Geertina Greving mocht maar 61 jaar worden.

Fred, juli 2015

Oude Bremer roede uit 1951 op poten zetten

De dag begint met veel wind. Eigenlijk een dag om de molen mooi aan het werk te zetten. Maar vandaag hebben we andere plannen.Vandaag gaan we de oude roede naast de molen op steunen zetten. Buurman Fred Boelens is bereid gevonden om met zijn verreiker de zware roede op de steunen te zetten.  Dirk en ondergetekende bereiden de klus voor. De afrastering naast de plek waar de roede komt te rusten, halen we van de palen af. Hierdoor kan de verreiker op het terrein van staatsbosbeheer komen om vandaar de roede naar zijn plaats te slepen. Zo voorkomen we dat op het molenerf diepe sporen in het gras worden getrokken. Ondanks het grote gewicht van de roede, wordt de klus in korte tijd geklaard. Balancerend op de twee lepels wordt na de sleeppartij de roede opgetild en naar zijn plaats gereden. Boven de steunen zwevend wordt het even spannend of de roede wel goed past in de steunen. De porring van de roede leek even groter dan opgemeten door de molenaars. Maar toen Fred Boelens de roede langzaam liet zakken, pastte de roede precies op de beide steunen. In het midden ondersteund door wat balken, konden we de derde steun veilig plaatsen en het beton storten. Liggend naast de molen ziet de roede er indrukwekkend uit met zijn lengte van 20 m. De bezoeker kan nu van dichtbij zien hoe een roede er uitziet.

Een mooie klus door de molenaars uitgevoerd met behulp van een betrokken dorpsbewoner. Dank je Fred, zonder jou was het ons niet gelukt.

Fred, 7 mrt 2015

Het lijkt wel voorjaar

Afgelopen zaterdag was een fantastische dag om op de molen te zijn, te werken. Dirk, Albert en Gerard hebben de betonnen stiepjes gestort en de steunen geplaatst, waarop de oude binnenroede komt te liggen.- Het leek ons een mooi idee om bezoekers van dichtbij te laten zien hoe groot een roede eigenlijk is. Dan zien ze ook dat de roede niet recht is, maar dat er een porring in zit.- De stiepjes maken is iets, maar daarna moet de roede nog geplaatst worden. Dat zal nog een hele klus worden. Maar met beleid en veel kracht zal dit zeker lukken.

Fred, februari 2015

Winter in 2015

In de eerste maand van het jaar toch een beetje winter. Op zaterdag 24 januari werden we verblijd met een laagje sneeuw. Dit geeft weer mooie beelden. Al was het maar van korte duur. Zie hieronder.                           

Het heft in eigen hand genomen

Afgelopen week ben ik een paar keer bij de molen geweest om te zien of het gras gemaaid en de meidoorn heg geknipt was. Dat was dus niet gebeurd. Komende week komt de Drentse rijwiel4daagse langs de molen. Dan is het noodzakelijk dat alles er tiptop uitziet. Als de bezoekers de molen niet kunnen zien door de uitlopers van de heg. Of dat ze een weg moeten hakken door het hoge gras. Dat is geen reklame voor ons en de gemeente, ondanks dat de molen er heel mooi uit ziet. We weten dat de gemeente zwaar moet bezuinigen en daarom maar geld heeft voor twee knipbeurten per jaar. Het gras wordt wel regelmatiger gemaaid, maar was nu alleen maar tussen de kruipalen gemaaid. Afgelopen zaterdag, het was des middags bijna 34 graden celcius, hebben de molenaars de heggeschaar in eigen hand genomen. We moesten de heggeschaar wel van huis meenemen, alsook de bladharken. Na een paar uur werken en vele liters zweet later, mocht het resultaat er wel zijn. Een mooi glad geschoren heg, waarover de bezoekers de mooie molen weer moeiteloos kunnen zien en fotograferen. Dat laatste kostte menigeen de afgelopen tijd wel moeite, om de uitlopers van de heg te ontwijken. Nu maar hopen dat de gemeente de bijeen geharkte stukken meidoornhaag komt opruimen. Zie hieronder het resultaat en wees eerlijk, dit is toch een veel mooier gezicht.

Fred, juli 2014

Gewoon een normale draaidag

Afgelopen zaterdag waren Peter en ik bezig om, voor de Drentse rijwielvierdaagse 2014, 60 kg pannenkoekenmeel per pond af te wegen. Daarna een opgerold recept met een touwtje vastbinden aan de zakjes. Veel werk om dat met z'n tweetjes te doen. Kwam er een bezoekster langs om de molen te bezichtigen. Zag ze ons bezig met de zakjes, zei ze "wat een leuk werk. Zal ik jullie meehelpen? " Nou dat was niet tegen dovemans oren gezegd. "Tuurlijk, kom er bij. Gezellig, zeiden we in koor". Leerden we haar eerst om een mastworp te maken, om het recept vast te maken aan het zakje. Daarna ging ze helemaal los. Ze vond het zo leuk en gezellig, dat ze bleef tot al het meel verwerkt was. Bij het vertrek wilde ze ook een pondje meel mee. Natuurlijk kreeg ze dat van ons zo mee, maar daar moesten we wel tegen praten. "Ik heb het daar niet om gedaan hoor".

Later die dag kregen we nog bezoek van Beer, iemand die voor ons een logo wil ontwerpen. Dit logo gaan we gebruiken als opdruk voor meelzakjes en op het T-shirt van de molenaars. Ook dit wordt belangeloos gedaan. Ze had een paar ontwerpen bij zich, waar we uit konden kiezen. Ze zagen er allemaal erg mooi uit. Het uitgekozen logo gaat ze nu verder uitwerken. Nu bleek dat haar partner van huis uit bakker was. Hij gaf aan wel wat broodjes en koeken voor ons te willen bakken om op de molen te verkopen. "Als jullie nu het volkorenmeel leveren, dan bak ik voor jullie belangeloos de broodjes en koekjes. Nou daar hoeven we niet lang over na te denken. Met de Drentse Molendagen in het verschiet is dit een mooie geste. Op de Drentse Molendag van zaterdag 23 augustus a.s. zullen we ze op de molen hebben.

Mooi te zien dat niet alleen de molenaars voor de molen bezig zijn, maar dat er bezoekers zo enthousiast worden, dat ze belangeloos hulp bieden en waar nodig is inspringen. Tevens een bewijs dat bezoekers waarderen dat vrijwilligers molens in stand houden door ze in beweging te zetten.

Fred, juli 2014

High Tea op de molen

Begin 2014 werd ik benaderd door Peter Joosten van cateringservice Eten&Beleven.
Zijn bedrijf organiseert high tea’s op locatie. Hiervoor was zijn oog gevallen op mooie molen “de Zwaluw” in Oudemolen. Of er op het molenerf een high tea gegeven kon worden. Peter zocht een mooie locatie waar ook een toilet aanwezig was voor de gasten. Nou die is er samen met het ‘mooie’ van de locatie. Het gebeuren moest eind juni plaats vinden.
Bij het naderen van het uur ‘U’ werd de weersvoorspelling steeds slechter. Er werd zelfs een code oranje gegeven. Na overleg tussen Butler Peter en molenaar Gerard werd besloten om de high tea in de schuur direct naast de molen te houden. Niet alleen de locatie maar ook de beleving wordt hierdoor nog beter.

-Op de foto’s onder bladzijde  “Molen bezocht door”  zie je het resultaat.
Op de dag zelf kwamen er twee mini’s aanrijden met de vier gasten. Een samenwerking tussen minitours en cateringservice, werd een totaalpakket aangeboden aan de gasten.
Met een mini een route rijden door  Drenthe en dan op een afgesproken  locatie een high tea nuttigen, waar kom je dat nu toch tegen. –

Tijdens de high tea was er donder, bliksem en regen, maar niets hield een mooie dag tegen.
Tussen de high tea gangen door , gaf de molenaar een rondleiding door de molen en vertelde verhalen over het molenaarsvak.
Al met al was het voor alle partijen een geweldige ervaring. Wie weet krijgt dit gebeuren een vervolg.

Fred, juni 2014

Nieuwe reacties

09.10 | 07:58

Ook dit jaar mochten we de lunch gebruiken tijdens René's fietstocht...

11.07 | 08:58

Beste Wim, er staat een emailadres onder hoofdstuk : loca

08.07 | 10:19

Hoi beste molenaars ik heb foto's van jullie molen geschoten maar ...

22.03 | 14:31

hoi Berry, wij ( de molenaars) vinden belangstelling v...